Ezechiël 37:1-3
Ezechiël 37:1-3 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De hand des HEEREN was op mij, en de HEERE voerde mij uit in den geest, en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu was vol beenderen. En Hij deed mij bij dezelve voorbijgaan geheel rondom; en ziet, er waren zeer vele op den grond der vallei; en ziet, zij waren zeer dor. En Hij zeide tot mij: Mensenkind! zullen deze beenderen levend worden? En ik zeide: Heere HEERE, Gij weet het!
Ezechiël 37:1-3 Herziene Statenvertaling (HSV)
De hand van de HEERE was op mij, en de HEERE bracht mij in de geest naar buiten en zette mij neer, midden in een vallei. Die lag vol beenderen. Hij deed mij er aan alle kanten omheen gaan. En zie, er lagen er zeer veel op de grond van de vallei, en zie, ze waren zeer dor. Hij zei tegen mij: Mensenkind, zullen deze beenderen tot leven komen? En ik zei: Heere HEERE, Ú weet het!
Ezechiël 37:1-3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De hand des HEREN kwam op mij, en de HERE voerde mij in de geest naar buiten en zette mij neer in een dal; dat was vol beenderen. Hij deed mij daar aan alle kanten omheen lopen en zie, zij lagen in grote menigte door het dal verspreid, en zie, zij waren zeer dor. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, kunnen deze beenderen herleven? En ik zeide: Here HERE, Gij weet het.
Ezechiël 37:1-3 Het Boek (HTB)
De kracht van de HERE rustte op mij en de Geest van de HERE nam mij mee naar een dal vol beenderen. Hij leidde mij er tussendoor. Toen zei Hij: ‘Mensenzoon, kunnen deze beenderen weer mensen worden?’ Ik antwoordde: ‘Och HERE, alleen U kent het antwoord op die vraag.’
Ezechiël 37:1-3 BasisBijbel (BB)
De Geest van God kwam over mij. Hij nam mijn geest mee en zette mij neer in een dal. Het dal lag vol met de botten van mensen. Hij liet mij in het hele dal rondlopen. Overal in het dal lagen botten op de grond. Ze waren helemaal kaal en verdroogd. De Heer zei tegen mij: "Mensenzoon, kunnen deze botten weer levend worden?"