Deuteronomium 33:29
Deuteronomium 33:29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Welzalig zijt gij, Israël; wie is aan u gelijk? Een volk, verlost door de HERE, die het schild uwer hulp en het zwaard uwer hoogheid is. Daarom zullen uw vijanden veinzen u hulde te brengen, en gij zult op hun hoogten treden.
Deuteronomium 33:29 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Welgelukzalig zijt gij, o Israël! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den HEERE, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!
Deuteronomium 33:29 Herziene Statenvertaling (HSV)
Welzalig bent u, Israël! Wie is zoals u? U bent een volk dat door de HEERE verlost is. Hij is een schild en een hulp voor u, Hij is uw majesteitelijke zwaard; daarom zullen uw vijanden zich geveinsd aan u onderwerpen, en ú zult hun hoogten betreden!