Deuteronomium 2:29
Deuteronomium 2:29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
zoals de zonen van Esau, die in Seïr wonen, mij toegestaan hebben en de Moabieten, die in Ar wonen – totdat ik de Jordaan overtrek naar het land, dat de HERE, onze God, ons geven zal.
Deuteronomium 2:29 Het Boek (HTB)
De Edomieten in Seïr en de Moabieten, die Ar als hoofdstad hebben, gaven ons ook toestemming door hun gebied te trekken. Wij zijn op weg naar het land aan de overkant van de Jordaan. Dat land heeft de HERE, onze God, ons gegeven.”