Daniël 1:3
Daniël 1:3 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen beval de koning Aspenaz, het hoofd zijner hovelingen, enige Israëlieten te laten komen, uit het koninklijk geslacht en uit de edelen
Daniël 1:3-4 Het Boek (HTB)
Toen liet hij Aspenaz, het hoofd van de hofhouding, bij zich komen en gaf hem de opdracht enkele Israëlieten naar Babel te halen. Zij moesten van koninklijke en voorname afkomst zijn. Aspenaz moest hun les geven in de taal en de wetenschap van de Chaldeeën. ‘Zoek de sterkste, gezondste en mooiste jongens uit,’ zei de koning. ‘Zij moeten een grote belezenheid, een uitgebreide kennis en een scherp verstand bezitten. Kortom, het moeten jongens zijn, geschikt om in het paleis dienst te doen.’
Daniël 1:3 BasisBijbel (BB)
De koning liet Aspenaz, het hoofd van zijn hofdienaren, bij zich komen. Hij gaf hem het bevel een aantal jongemannen die gevangen uit Israël waren meegenomen, naar het paleis te brengen. Het moesten zonen zijn van belangrijke families en prinsen uit de koninklijke familie.