2 Samuël 21:5-6
2 Samuël 21:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij zeiden tot den koning: De man die ons te niet gemaakt, en tegen ons gedacht heeft, dat wij zouden verdelgd worden, zonder te kunnen bestaan in enige landpale van Israël; Laat ons zeven mannen van zijn zonen gegeven worden, dat wij hen den HEERE ophangen te Gibea Sauls, o, gij verkorene des HEEREN! En de koning zeide: Ik zal hen geven.
2 Samuël 21:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zij zeiden tegen de koning: De man die ons vernietigd heeft en die plannen tegen ons heeft uitgedacht om ons weg te vagen, zodat wij niet zouden kunnen voortbestaan in welk gebied van Israël dan ook – laat ons van zijn zonen zeven mannen gegeven worden, zodat wij hen voor de HEERE ophangen in Gibea van Saul, verkozene van de HEERE. En de koning zei: Ík zal hen geven.
2 Samuël 21:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop zeiden zij tot de koning: De man die ons wilde vernietigen en die het erop toelegde ons te verdelgen, zodat wij nergens in het gebied van Israël zouden kunnen voortbestaan – laat ons uit zijn zonen zeven mannen gegeven worden, opdat wij hen ophangen, voor de HERE, in het Gibea van Saul, de uitverkorene des HEREN. En de koning zeide: Ik zal hen geven.
2 Samuël 21:5-6 Het Boek (HTB)
Hun antwoord luidde: ‘Geef ons zeven zonen van Saul, de man die zijn uiterste best deed ons te vernietigen. Wij zullen hen voor de HERE in Gibeon, de stad van koning Saul, ophangen.’ De koning stemde daarmee in.
2 Samuël 21:5-6 BasisBijbel (BB)
Ze zeiden tegen de koning: "Saul wilde ons vernietigen. Nergens in Israël waren we nog veilig, want hij wilde ons hele volk doden. Geef ons daarom zeven mannen uit de familie van Saul. Dan zullen wij hén doden. We zullen hen ophangen in Gibea, Sauls woonplaats. Dan is Sauls schuld weggenomen en zal de Heer weer goed zijn voor het land." En de koning zei: "Ik zal jullie die zeven mannen geven."