2 Petrus 2:18-19
2 Petrus 2:18-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want zij, zeer opgeblazene ijdelheid sprekende, verlokken, door de begeerlijkheden des vleses en door ontuchtigheden, degenen, die waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling wandelen; Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt.
2 Petrus 2:18-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want door zeer hoogdravende woorden vol onzin te spreken, verlokken zij met de begeerten van het vlees en met losbandigheden mensen die daadwerkelijk ontvlucht waren aan hen die in dwaling verkeren. Zij beloven aan hen vrijheid, terwijl zij zelf slaven van de verdorvenheid zijn; want door wie iemand overwonnen is, van hem is hij ook een slaaf geworden.
2 Petrus 2:18-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want met holle, hoogdravende klanken verlokken zij door vleselijke begeerten en door ongebondenheid hen, die zich ternauwernood aan degenen, die in dwaling verkeren, onttrekken. Vrijheid spiegelen zij hun voor, hoewel zij zelf slaven des verderfs zijn; immers, door wie men overmeesterd is, diens slaaf is men.
2 Petrus 2:18-19 Het Boek (HTB)
Zij pochen over hun veroveringen en zonden. Door een beroep te doen op de hartstochten, weten zij mensen te verleiden die pas hun oude, verkeerde leven de rug hebben toegekeerd. Zij spiegelen hun vrijheid voor, terwijl zij zelf slaven van het verderf zijn, want als de mens zich aan iets overgeeft, is hij er een slaaf van.
2 Petrus 2:18-19 BasisBijbel (BB)
Want ze leven er maar op los en doen wat ze willen. Met hun mooie praatjes verleiden ze de mensen die nog maar pas aan het kwaad zijn ontsnapt. Ze halen hen over om weer dezelfde slechte dingen te gaan doen als eerst. Ze beweren dat ze vrijheid komen brengen, maar zelf zijn ze slaven van het kwaad. Want een mens is de slaaf van dat wat hem in zijn macht heeft.