En hij vroeg hun: Wat was het voor een man, die u tegemoet kwam en deze woorden tot u sprak?
‘Wie was die man?’ wilde de koning weten. ‘Hoe zag hij er uit?’
De koning vroeg: "Hoe zag die man eruit, die dat tegen jullie zei?"
Hij sprak tot hen: Hoe zag de man eruit die u tegemoet gekomen is en deze woorden tot u gesproken heeft?
YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's