1 Samuël 9:10
1 Samuël 9:10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zeide Saul tot zijn jongen: Uw woord is goed, kom, laat ons gaan. En zij gingen naar de stad, waar de man Gods was.
1 Samuël 9:10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen zei Saul tegen zijn knecht: Uw woord is goed, kom, laten wij gaan. Zo gingen zij naar de stad waar de man Gods was.
1 Samuël 9:10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarop zeide Saul tot zijn knecht: Uw voorstel is goed; kom, laten wij gaan. Zij gingen dus naar de stad, waar de man Gods was.
1 Samuël 9:9-11 Het Boek (HTB)
‘Goed, laten we het dan maar proberen,’ beaamde Saul. Zo gingen zij op weg naar de stad waar de profeet moest wonen. Toen zij de heuvel beklommen waarop de stad was gebouwd, zagen zij enkele jonge meisjes uit de poort naar buiten komen om water te halen en zij vroegen hun of de ziener in de stad was (profeten werden in die tijd zieners genoemd).