1 Korinthiërs 4:12-13
1 Korinthiërs 4:12-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden gescholden, en wij zegenen; wij worden vervolgd, en wij verdragen; Wij worden gelasterd, en wij bidden; wij zijn geworden als uitvaagsels der wereld en aller afschrapsel tot nu toe.
1 Korinthiërs 4:12-13 BasisBijbel (BB)
We werken hard om ons brood te verdienen. We worden uitgescholden, maar wíj zegenen. We worden vervolgd, maar we verdragen het. De mensen vertellen leugens over ons rond, maar we blijven vriendelijk. We worden aldoor behandeld als vuil, als mensen waar iedereen tegenaan mag trappen.
1 Korinthiërs 4:12-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
én spannen wij ons in door met onze eigen handen te werken. Worden wij uitgescholden, dan zegenen wij. Worden wij vervolgd, dan verdragen wij. Worden wij belasterd, dan bidden wij. Wij zijn geworden als het uitvaagsel van de wereld en het afschraapsel van allen tot nu toe.
1 Korinthiërs 4:12-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
wij verrichten zware handenarbeid; worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen; worden wij gelasterd, wij blijven vriendelijk; wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe.
1 Korinthiërs 4:12-13 Het Boek (HTB)
en doen zwaar werk met onze handen. De mensen die ons uitschelden, wensen wij het beste toe, vervolging verdragen wij geduldig, wij blijven vriendelijk als over ons wordt geroddeld. Wij zijn het afval van de wereld geworden, het uitschot. En daar lijkt geen verandering in te komen.