De brief van Paulus aan de Romeinen 3:9-24

De brief van Paulus aan de Romeinen 3:9-24 NBG51

Wat dan? Worden anderen boven ons gesteld? In geen enkel opzicht; wij hebben immers tevoren Joden zowel als Grieken beschuldigd, dat zij allen onder de zonde zijn, gelijk geschreven staat: Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; allen zijn afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die doet wat goed is, zelfs niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen; hun mond is van vloek en bitterheid vol; Snel zijn hun voeten om bloed te vergieten, verwoesting en ellende zijn op hun wegen, en de weg des vredes kennen zij niet. De vreze Gods staat hun niet voor ogen. Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hén spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God, daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen. Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, en wel gerechtigheid Gods door het geloof in [Jezus] Christus, voor allen, die geloven; want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De brief van Paulus aan de Romeinen 3:9-24

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid