Het evangelie naar Johannes 8:1-11

Het evangelie naar Johannes 8:1-11 NBG51

maar Jezus begaf Zich naar de Olijfberg. En des morgens vroeg was Hij weder aanwezig in de tempel, en al het volk kwam tot Hem en Hij zette Zich neder en leerde hen. En de schriftgeleerden en de Farizeeën brachten een vrouw, op overspel betrapt, en zij stelden haar in het midden en zeiden tot Hem: Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel; en in de wet heeft Mozes ons bevolen zulken te stenigen; Gij dan, wat zegt Gij? En dit zeiden zij om Hem in verzoeking te brengen, opdat zij iets hadden om Hem aan te klagen. Maar Jezus bukte neder en schreef met de vinger op de grond. Doch toen zij Hem bleven vragen, richtte Hij Zich op en zeide tot hen: Wie van u zonder zonde is, werpe het eerst een steen naar haar. En weer bukte Hij neder en schreef op de grond. Maar toen zij dit hoorden, gingen zij één voor één weg, te beginnen bij de oudsten, en zij lieten Jezus alleen en de vrouw in het midden. En Jezus richtte Zich op en zeide tot haar: Vrouw, waar zijn zij? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Here. En Jezus zeide: Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer!]

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid