Jeremia 23:25-26, 30, 32, 39-40

Jeremia 23:25-26 NBG51

Ik heb gehoord wat de profeten zeggen, die in mijn naam vals profeteren: Ik heb gedroomd, ik heb gedroomd! Tot hoelang? – is er iets in het hart van de profeten, die leugen profeteren en profeten zijn van de bedriegerij van hun hart

Jeremia 23:30 NBG51

Daarom zie, Ik zàl de profeten! luidt het woord des HEREN, die mijn woorden van elkander stelen

Jeremia 23:32 NBG51

zie, Ik zàl de profeteerders van leugenachtige dromen! luidt het woord des HEREN, die zij vertellen om mijn volk te misleiden door hun leugens en woordenkramerij; Ik heb hen niet gezonden en hun geen opdracht gegeven; zij zijn dit volk niet van het minste nut, luidt het woord des HEREN.

Jeremia 23:39-40 NBG51

daarom zie, Ik hef u zeker op en werp u weg met de stad die Ik u en uw vaderen gaf, van voor mijn ogen, en Ik leg een eeuwige smaad op u, een eeuwige schande, die niet zal worden vergeten.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Jeremia 23:25-26, 30, 32, 39-40

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid