Deuteronomium 26:10
Deuteronomium 26:10 NBG51
En nu, zie, ik breng de eerstelingen van de vrucht van het land, dat Gij, HERE mij gegeven hebt. Gij zult ze neerzetten voor het aangezicht van de HERE, uw God; gij zult u voor het aangezicht van de HERE, uw God, neerbuigen