De Handelingen der Apostelen 4:16-20

De Handelingen der Apostelen 4:16-20 NBG51

en zij zeiden: Wat moeten wij met deze mensen beginnen? Want dat er een kennelijk wonderteken door hen verricht is, is duidelijk aan allen, die te Jeruzalem wonen, en wij kunnen het niet loochenen; maar om te voorkomen, dat het nog meer onder het volk verbreid wordt, laat ons hun dreigend gebieden tot niemand meer te spreken op gezag van deze naam. En toen zij hen binnengeroepen hadden, bevalen zij hun in het geheel niet meer te spreken over of te leren op gezag van de naam van Jezus. Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tot hen: Beslist zelf, of het recht is voor God, meer aan u dan aan God gehoor te geven; want wij kunnen niet nalaten te spreken van wat wij gezien en gehoord hebben.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid