De Handelingen der Apostelen 10:34-36

De Handelingen der Apostelen 10:34-36 NBG51

En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig, naar het woord, dat Hij heeft doen brengen aan de kinderen Israëls om vrede te verkondigen door Jezus Christus. Deze is aller Heer.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met De Handelingen der Apostelen 10:34-36

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid