Mattheüs 6:4

Heb je je weleens afgevraagd of je met God kunt praten? Of vind je dat een vreemde gedachte? Het is niet alsof je met iemand een kop koffie drinkt aan de keukentafel. Er zit geen persoon tegenover je, die je in de ogen kan kijken, die terugpraat en vragen stelt – niet in letterlijke zin. Kun je tegen God zeggen wat je wilt? Wat denk jij?

December. Een maand waarin veel emoties een rol kunnen spelen. Misschien voel je je rijk, gezegend en geliefd te midden van je geliefden. Maar je kunt je ook gestrest voelen, en alleen. Met kerst denken we aan God die mens werd. Christus die zijn rijkdom inruilde voor jouw armoede. En als Jezus kon uitdelen van zijn rijkdom, kunnen wij dit dan ook? De komende dagen staan we stil bij de overvloed die God ons geeft.

God ziet niet alleen wat wij doen – ook al is het goed – maar Hij kijkt naar ons hart. Onze motieven zijn belangrijk voor Hem en Hij wil weten waarom we doneren, bidden of vasten. Voor God gaat het altijd om ons hart. Hij wil ons hart leiden zodat wij grote dingen voor Hem kunnen laten gebeuren!

Waarom doen we wat we doen? Dat is eigenlijk de kernvraag van dit leesplan. Aan de hand van de woorden van Jezus in Mattheüs 6, verzen 1 t/m 6, willen we onze persoonlijke motieven onderzoeken en ontdekken hoe we deze meer in lijn kunnen brengen met zijn wil voor ons leven.