Ezechiël 1:4-9

Ezechiël 1:4-9 HSV

Toen zag ik, en zie, een stormwind kwam uit het noorden, een grote wolk, flitsend vuur en een lichtglans eromheen. En uit het midden ervan kwam iets als de schittering van edelmetaal, uit het midden van het vuur. Uit het midden daarvan kwam een gedaante van vier levende wezens. Dit was hun uiterlijk: zij hadden de gedaante van een mens. Ieder afzonderlijk had vier gezichten en ieder afzonderlijk van hen had vier vleugels. Hun voeten waren rechte voeten en hun voetzolen waren als de voetzolen van een kalf, glinsterend als de schittering van gepolijst koper. Aan hun vier zijden, onder hun vleugels, waren mensenhanden. Wat betreft hun gezichten en hun vleugels gold van alle vier: Hun vleugels raakten elkaar. Zij draaiden zich niet om wanneer zij gingen, zij gingen ieder recht voor zich uit.

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid