Titus 1:7-8

Titus 1:7-8 BB

Want van leiders mag niets slechts gezegd kunnen worden. Ze moeten immers het huis van God leiden. Ze mogen niet eigenwijs, driftig, aan wijn verslaafd of hebzuchtig zijn. Maar ze moeten gastvrij, eerlijk, verstandig, goed, gelovig, trouw aan hun vrouw en fatsoenlijk zijn.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Titus 1:7-8

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid