Daarna werd Darius uit Medië de nieuwe heerser. Hij was toen 62 jaar. Hij besloot bestuurders aan te stellen over alle 120 provincies van zijn rijk. Deze stonden onder toezicht van drie rijksbestuurders. De rijksbestuurders moesten ervoor zorgen dat de bestuurders van de provincies de koning niet benadeelden. Daniël was één van die drie. En hij was een beter rijksbestuurder dan de andere twee, doordat hij erg wijs en verstandig was. Daarom was de koning van plan hem het toezicht over het hele rijk te geven. Daarom probeerden de andere rijksbestuurders en de bestuurders van de provincies iets te vinden waarvan ze hem bij de koning zouden kunnen beschuldigen. Maar ze konden niets vinden wat hij verkeerd deed of waarin hij oneerlijk was. Want hij was trouw aan de koning en deed niets verkeerds. Toen zeiden ze: "We zullen Daniël nergens van kunnen beschuldigen. We zouden alleen iets kunnen gebruiken wat met zijn geloof in God te maken heeft." Met dat plan gingen ze samen naar koning Darius. Ze zeiden: "Mijn heer de koning, leef in eeuwigheid! De bestuurders en ministers van uw koninkrijk raden u aan een nieuwe wet uit te schrijven. We stellen voor dat u een wet maakt dat iedereen de komende 30 dagen alleen aan ú iets mag vragen. Iedereen die aan een ander mens of aan een god iets vraagt, moet in de leeuwenkuil worden gegooid. Mijn heer de koning, wij dringen er bij u op aan dat u deze wet onmiddellijk opschrijft en bekendmaakt. Het zal een wet zijn volgens de gebruiken van de Meden en de Perzen, dus een wet die niet meer veranderd kan worden." De koning deed wat ze vroegen en schreef deze wet op. Toen Daniël van de nieuwe wet had gehoord, ging hij naar huis. De ramen van de bovenkamer van zijn huis waren open en keken in de richting van Jeruzalem. Drie keer per dag knielde hij daar neer. Dan bad hij tot zijn God en prees hij Hem. Dat deed hij nu ook, net zoals daarvoor. De bestuurders gingen met elkaar naar zijn huis en hoorden daar hoe Daniël tot zijn God aan het bidden was. Ze gingen onmiddellijk naar de koning en zeiden tegen hem: "U heeft toch een wet ondertekend dat de komende 30 dagen niemand iets aan een mens of een god mag vragen, maar alleen aan u? En u heeft toch bevolen dat iemand die dat toch doet, in de leeuwenkuil moet worden gegooid?" De koning antwoordde: "Ja, en die wet staat vast. Want elke wet van de Meden en Perzen staat vast en kan niet meer veranderd worden."
Daniël 6 lezen
Luister naar Daniël 6
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Daniël 6:1-13
3 dagen
We willen graag samen met je nadenken over wat het betekent om Christen te zijn op je werk. God wil je gebruiken tot Zijn eer, overal waar je bent. Een groot gedeelte van je leven zal je waarschijnlijk doorbrengen op je werk. Ontdek in 3 dagen hoe je God eer kan geven met je werk!
6 dagen
In dit leesplan ontdekken we bekende en onbekende bijbelverhalen opnieuw. Dat doen we op een bijzondere manier, namelijk in dichtvorm! In dit deel van ‘Dichtend de Bijbel door’ lezen we over een aantal bijzondere mensen uit het Oude Testament, o.a. over Daniël, Job, Jona en Jozef.
Deze week praten we over een onderwerp waar weinigen van genieten om het over te hebben… vasten! Veel mensen geloven dat het zeker goed is voor anderen, "maar niet voor mij." Laten we eens kijken naar wat de Bijbel zegt over vasten en bidden. Je zult praktische manieren ontdekken om te beginnen met iets dat Jezus ook veel heeft gedaan!
Geloof en werk kunnen een moeilijke combinatie zijn, zeker op een seculiere werkplek. We laten ons geloof en onze overtuigingen vaak thuis. Maar dat is niet onze roeping als christenen, toch? In deze studie onderzoeken we wat de Bijbel hierover vertelt en ontdekken we 5 inzichten die jou helpen om je geloof op je werk in praktijk te brengen, God te eren en je baas tevreden te houden.
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's