Mijn identiteit in ChristusVoorbeeld

Gevallen mens

”En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.” (Genesis 3:6, HSV).

Het was zo’n eenvoudig gebod om je aan te houden. Het eerste mensenpaar mocht van alle bomen in de hof eten, behalve van de boom van de kennis van goed en kwaad (zie Genesis 2:16-17). Daarvan eten zou niets toevoegen en alles op het spel zetten.

De slang probeert Eva wijs te maken dat het eten van deze boom juist wel veel toevoegt en geen risico met zich meebrengt. En hij slaagt daarin. Zij kiest ervoor om meer vertrouwen te hebben in zijn listige woorden dan in Gods eenvoudige gebod.

God had de mens geschapen naar zijn beeld, in volmaakte harmonie met Hemzelf, met elkaar en met de hof waarin ze woonden. Die volmaakte relaties maakten hun identiteit uit.

Nu is die volmaakte harmonie in één klap weggevaagd. Adam en Eva verbergen zich in de hof als ze de Here God in de hof horen wandelen en roepen. Ze zijn bang voor Hem, ze schamen zich! Vervolgens geven ze de ander de schuld van wat er fout is gegaan: Adam schuift de schuld op Eva én op God, en Eva op de slang. Alle relaties zijn beschadigd: die van de mens met God, van de mensen onderling en van de mensen met hun omgeving. En dit is nog maar het begin van de ellende. Hoe moet het ooit weer goed komen met de mens en de aarde?

Wat merk jij in je eigen leven van beschadigde relaties met mensen en met de schepping?