Leviticus 4:27-31

Leviticus 4:27-31 HTB

Als iemand uit het volk zonder het te beseffen heeft gezondigd door iets te doen wat de HERE heeft verboden en hij het zich bewust wordt, moet hij een geit zonder gebreken als offer aan de HERE brengen ter verzoening van zijn zonde. Hij zal zijn hand op de kop van het dier leggen en het slachten op de plaats waar ook de brandoffers worden geslacht. De priester zal een deel van het bloed met zijn vinger aan de horens van het brandofferaltaar strijken. De rest zal hij aan de voet van het altaar uitgieten. Net als bij het dankoffer, zal hij het vet van de geit nemen en het op het altaar verbranden, als een aangenaam offer voor de HERE. Zo zal de priester zijn zonde verzoenen en het zal hem worden vergeven.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Leviticus 4:27-31

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid