Exodus 20:1-17

Exodus 20:1-17 - Toen verklaarde de HERE: ‘Ik ben de HERE, uw God, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd.
U mag geen andere goden aanbidden dan Mij.
U mag geen beeld of afbeelding maken van wat boven in de hemel of beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
U mag niet voor dergelijke beelden neerknielen of deze vereren, want Ik, de HERE, ben een jaloerse God, die de zonden van de vaders toerekent aan de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van hen die Mij haten.
Maar Ik ben liefdevol voor hen die van Mij houden en mijn wetten gehoorzamen.
U mag de naam van de HERE, uw God, niet zonder goede reden gebruiken, want de HERE zal degene die dat wel doet, zeker straffen.
Onderhoud de sabbat als een heilige dag.
Zes dagen moet u werken, maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, een rustdag. Op die dag mag u niet werken. En dat geldt ook voor uw zonen, dochters, slaven—man of vrouw—vee en gasten. Want in zes dagen heeft de HERE de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin leeft, gemaakt en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HERE de sabbat en maakte er een bijzondere, heilige dag van.
Heb eerbied voor uw vader en uw moeder, dan krijgt u een lang en goed leven in het land dat de HERE, uw God, u zal geven.
U mag niemand doodslaan.
U mag geen overspel plegen.
U mag niet stelen.
Beschuldig niemand op valse gronden.
U mag het huis van uw naaste niet begeren en ook zijn vrouw niet, zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund en zijn ezel of iets anders dat het eigendom is van uw naaste.’

Toen verklaarde de HERE: ‘Ik ben de HERE, uw God, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. U mag geen andere goden aanbidden dan Mij. U mag geen beeld of afbeelding maken van wat boven in de hemel of beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. U mag niet voor dergelijke beelden neerknielen of deze vereren, want Ik, de HERE, ben een jaloerse God, die de zonden van de vaders toerekent aan de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van hen die Mij haten. Maar Ik ben liefdevol voor hen die van Mij houden en mijn wetten gehoorzamen. U mag de naam van de HERE, uw God, niet zonder goede reden gebruiken, want de HERE zal degene die dat wel doet, zeker straffen. Onderhoud de sabbat als een heilige dag. Zes dagen moet u werken, maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, een rustdag. Op die dag mag u niet werken. En dat geldt ook voor uw zonen, dochters, slaven—man of vrouw—vee en gasten. Want in zes dagen heeft de HERE de hemel, de aarde, de zee en alles wat daarin leeft, gemaakt en Hij rustte op de zevende dag. Daarom zegende de HERE de sabbat en maakte er een bijzondere, heilige dag van. Heb eerbied voor uw vader en uw moeder, dan krijgt u een lang en goed leven in het land dat de HERE, uw God, u zal geven. U mag niemand doodslaan. U mag geen overspel plegen. U mag niet stelen. Beschuldig niemand op valse gronden. U mag het huis van uw naaste niet begeren en ook zijn vrouw niet, zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund en zijn ezel of iets anders dat het eigendom is van uw naaste.’

Exodus 20:1-17

YouVersion gebruikt cookies om je ervaring te personaliseren. Door onze website te gebruiken ga je akkoord met ons gebruik van cookies zoals beschreven in ons Privacybeleid