Zoekresultaten
Galaten 6:2 (HTB)
U moet elkaars moeilijkheden en problemen dragen, dan voldoet u aan de wet van Christus.
Galaten 6:7 (HTB)
Maak uzelf niets wijs: God laat niet met Zich spotten. Wat iemand zaait, zal hij ook oogsten.
Galaten 6:8 (HTB)
Wie naar de oude menselijke natuur leeft, kan alleen maar dood en verderf verwachten. Maar wie door de Heilige Geest leeft, zal ervaren dat de Geest eeuwig leven geeft.
Galaten 6:9 (HTB)
Laten wij nooit ophouden met goed doen, want na verloop van tijd zullen wij de zegen ervan oogsten, als wij het tenminste niet opgeven.
Galaten 6:1 (HTB)
Broeders en zusters, als iemand op iets verkeerds wordt betrapt, moet u, als mensen die door de Geest geleid worden, hem vriendelijk terechtwijzen. Vergeet niet dat u zelf ook in de verleiding kunt komen iets verkeerds te doen.
Galaten 6:3 (HTB)
Wie zich te belangrijk vindt om dat te doen, misleidt zichzelf.
Galaten 6:4 (HTB)
Ieder moet zijn eigen werk nuchter beoordelen. Als het goed is, mag hij er voldoening van hebben, maar hij hoeft zich er niet op te laten voorstaan.
Galaten 6:5 (HTB)
Ieder is zelf verantwoordelijk voor wat hij doet.
Galaten 6:6 (HTB)
Wie onderwezen wordt in het woord van God, moet zijn leraar laten delen in al het goede dat hij zelf heeft.
Galaten 6:10 (HTB)
Daarom moeten wij altijd als we daarvoor de gelegenheid hebben, voor iedereen het goede doen, in het bijzonder voor onze medechristenen.
Galaten 6:11 (HTB)
U ziet aan de grote letters dat ik dit zelf schrijf.
Galaten 6:12 (HTB)
De mensen die u dwingen u te laten besnijden, proberen daarmee op de Joden een goede indruk te maken. Zij willen voorkomen dat ze worden vervolgd voor het geloof dat men alleen gered kan worden door Christus, die aan het kruis gestorven is.
Galaten 6:13 (HTB)
Maar die voorvechters van de besnijdenis doen zelf niet eens wat de Joodse wet zegt! De reden dat zij u willen besnijden, is om daarover te kunnen opscheppen.
Galaten 6:14 (HTB)
Wat mijzelf betreft, ik zal alleen maar hoog opgeven van onze Here Jezus Christus, die aan het kruis gestorven is. Samen met Hem is de wereld voor mij dood en ben ik voor de wereld gestorven.
Galaten 6:15 (HTB)
Het maakt geen enkel verschil of u besneden bent of niet. Waar het om gaat, is of God een nieuwe mens van u heeft gemaakt.
Galaten 6:16 (HTB)
Gods vrede en goedheid zijn voor allen die volgens deze regel leven, zij zijn Gods eigen volk.
Galaten 6:17 (HTB)
Voortaan wil ik niet meer met dit soort zaken lastiggevallen worden, want ik draag de littekens van Christus op mijn lichaam.
Galaten 6:18 (HTB)
Ik bid onze Here Jezus Christus dat zijn genade met uw geest zal zijn! Amen.
Galaten 2:20 (HTB)
Daarom leef ik zelf niet meer, maar Christus leeft in mij. Zolang ik nog in dit lichaam ben, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Hij hield zoveel van mij dat Hij zijn leven voor mij heeft gegeven.
Galaten 2:1 (HTB)
Veertien jaar later ben ik weer naar Jeruzalem gegaan, samen met Barnabas. Titus had ik ook meegenomen.
Galaten 2:2 (HTB)
God had mij duidelijk gemaakt dat ik erheen moest gaan om de christenen te vertellen wat voor goed nieuws ik de andere volken breng. Ik heb het ook nog afzonderlijk aan de belangrijkste mensen voorgelegd, om er zeker van te zijn dat mijn inspanningen niet voor niets waren.
Galaten 2:3 (HTB)
Zij verlangden zelfs niet van Titus, die immers geen Jood is, dat hij besneden zou worden.
Galaten 2:4 (HTB)
Die vraag zou niet eens zijn opgekomen als niet enkele schijnchristenen erop hadden aangedrongen dat hij besneden moest worden. Die waren binnengedrongen om ons te bespioneren en te zien of wij ons wel aan de Joodse wet hielden. Zij probeerden ons weer tot slavernij te brengen, maar als wij één zijn met Christus Jezus, zijn wij vrij!
Galaten 2:5 (HTB)
Wij hebben ons door hen geen strobreed in de weg laten leggen, omdat wij absoluut wilden dat u de hele waarheid van het goede nieuws voor altijd zou kennen.
Galaten 2:6 (HTB)
De voornaamste leiders van de christenen hadden niets toe te voegen aan de boodschap die ik breng. Het interesseert mij niet wat voor positie die mannen vroeger hadden. Voor God maakt dat geen verschil.