Zoekresultaten
2 Kronieken 6:29 (HSV)
elk gebed, elke smeekbede die er zal zijn van ieder mens en van heel Uw volk Israël, als eenieder zijn plaag en zijn pijn erkent en naar dit huis zijn handen uitstrekt,
2 Koningen 6:2 (HSV)
Laten wij toch naar de Jordaan gaan en ieder daarvandaan een boomstam nemen, en er een verblijf plaats voor ons maken om er te wonen. En hij zei: Ga maar .
2 Koningen 6:20 (HSV)
En het gebeurde, toen zij in Samaria aangekomen waren, dat Elisa zei: HEERE , open de ogen van deze mannen , zodat zij zien. En de HEERE opende hun ogen, zodat zij zagen; en zie, zij waren midden in Samaria.
2 Koningen 6:21 (HSV)
Toen hij hen zag, zei de koning van Israël tegen Elisa: Zal ik hen doden? Zal ik hen doden, mijn vader?
2 Koningen 6:25 (HSV)
En er ontstond een grote hongersnood in Samaria, want zie, zij belegerden de stad , totdat een ezelskop voor tachtig zilverstukken werd verkocht en het vierde deel van een kab duivenmest voor vijf zilverstukken.
2 Koningen 6:26 (HSV)
En het gebeurde, toen de koning van Israël op de muur voorbijging, dat een vrouw tot hem riep: Help mij , mijn heer koning.
2 Koningen 6:27 (HSV)
Hij zei: De HEERE helpt u niet, waarmee zou ik u dan helpen? Met iets van de dorsvloer of van de perskuip?
2 Koningen 6:29 (HSV)
Toen hebben wij mijn zoon gekookt en opgegeten, maar toen ik de volgende dag tegen haar zei: Geef uw zoon, dan zullen wij hém opeten, heeft zij haar zoon verborgen.
2 Samuel 6:2 (HSV)
David stond op en ging op weg met al het volk dat bij hem was, vanuit Baälim-Juda, om vandaar de ark van God op te halen, de ark waarbij de Naam wordt aangeroepen: de Naam van de HEERE van de legermachten, Die daarop troont, tussen de cherubs.
2 Samuel 6:20 (HSV)
Toen David terugkwam om zijn gezin te zegenen, kwam Michal, de dochter van Saul, naar buiten, David tegemoet en zei: Wat zal de koning van Israël vandaag geëerd zijn, die zich vandaag voor de ogen van de slavinnen van zijn dienaren heeft uitgekleed, zoals een leegloper zich schaamteloos uitkleedt!
2 Koningen 6:22 (HSV)
Maar hij zei: Dood hen niet! Zou u hén doden die u met uw zwaard en met uw boog gevangengenomen hebt? Zet hun brood en water voor, dan kunnen zij eten en drinken en terug gaan naar hun heer.
2 Koningen 6:23 (HSV)
Hij bereidde daarop een grote maaltijd voor hen, en zij aten en dronken. Daarop stuurde hij hen terug en gingen zij naar hun heer. En de benden van de Syriërs kwamen niet meer in het land Israël terug .
2 Koningen 6:24 (HSV)
Het gebeurde daarna, dat Benhadad, de koning van Syrië, zijn hele leger verzamelde, optrok en Samaria belegerde.
2 Koningen 6:28 (HSV)
De koning zei verder tegen haar: Wat hebt u? Ze zei: Deze vrouw heeft tegen mij gezegd: Geef uw zoon, dan eten wij hem vandaag op. Dan zullen wij morgen mijn zoon eten.
2 Samuel 6:21 (HSV)
Maar David zei tegen Michal: Voor het aangezicht van de HEERE , Die mij uitgekozen heeft boven jouw vader en boven heel zijn huis door mij aan te stellen als een vorst over het volk van de HEERE , over Israël, ja, voor het aangezicht van de HEERE heb ik gehuppeld!
2 Samuel 6:22 (HSV)
En ik zal mij nog geringer gedragen dan dit en nederig zijn in eigen oog, maar met de slavinnen over wie je sprak, met hen zal ik geëerd worden.
2 Samuel 6:23 (HSV)
Michal nu, de dochter van Saul, kreeg geen kind tot op de dag van haar dood.
Galaten 1:6 (HSV)
Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie,
Galaten 3:6 (HSV)
Zoals Abraham God geloofde en het hem tot gerechtigheid werd gerekend.
Galaten 4:6 (HSV)
Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
Galaten 5:6 (HSV)
In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.
Galaten 1:2 (HSV)
en al de broeders die bij mij zijn, aan de gemeenten van Galatië:
Galaten 3:2 (HSV)
Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?
Galaten 4:2 (HSV)
maar hij staat onder voogden en beheerders, tot het tijdstip dat de vader van tevoren heeft bepaald.
Galaten 5:2 (HSV)
Zie, ik, Paulus, zeg u dat, als u zich laat besnijden, Christus u van geen nut zal zijn.