Zoekresultaten

Galaten 2:7 (HSV)

Maar integendeel, zij zagen dat aan mij het Evangelie onder de onbesnedenen toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat onder de besnedenen.

Galaten 2:8 (HSV)

(Want Hij Die door Petrus werkte met het oog op het apostelschap onder de besnedenen, werkte ook door mij met het oog op de heidenen.)

Galaten 2:9 (HSV)

En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan .

Galaten 2:10 (HSV)

Alleen moesten wij wel aan de armen denken; en ik heb mij ook beijverd juist dit te doen.

Galaten 2:11 (HSV)

Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was.

Galaten 2:12 (HSV)

Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren.

Galaten 2:13 (HSV)

En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen.

Galaten 2:14 (HSV)

Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen: Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te leven?

Galaten 2:15 (HSV)

Wij, die van nature Joden zijn , en geen zondaars uit de heidenen,

Galaten 2:16 (HSV)

weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd.

Galaten 2:17 (HSV)

Maar als wij, die in Christus verlangen gerechtvaardigd te worden, ook zelf zondaars blijken te zijn, is Christus dan een dienaar van de zonde? Volstrekt niet!

Galaten 2:18 (HSV)

Want als ik dat wat ik afgebroken heb, weer opbouw, dan bewijs ik daarmee dat ik zelf een overtreder ben.

Galaten 2:19 (HSV)

Want ik ben door de wet voor de wet gestorven, opdat ik voor God zou leven.

Galaten 2:21 (HSV)

Ik doe de genade van God niet teniet; want als er gerechtigheid door de wet zou zijn , dan was Christus tevergeefs gestorven.

2 Korinthe 6:2 (HSV)

Want Hij zegt: In de tijd van het welbehagen heb Ik U verhoord, en op de dag van het heil heb Ik U geholpen. Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil!

2 Kronieken 6:2 (HSV)

Ík heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid.

2 Kronieken 6:20 (HSV)

Laten Uw ogen open zijn, dag en nacht, over dit huis, over deze plaats, waarvan U hebt gezegd dat U daar Uw Naam zou vestigen, om te luisteren naar het gebed dat Uw dienaar op deze plaats zal bidden.

2 Kronieken 6:21 (HSV)

Luister dan naar de smeekbeden van Uw dienaar en Uw volk Israël, die zij op deze plaats zullen bidden. En U, luister vanuit Uw woonplaats, uit de hemel, ja luister, en vergeef.

2 Kronieken 6:22 (HSV)

Wanneer iemand tegen zijn naaste zondigt en deze hem een eed oplegt, zodat hij een vervloeking over zichzelf afroept, en deze eed voor Uw altaar in dit huis komt,

2 Kronieken 6:23 (HSV)

luistert Ú dan uit de hemel, grijp in, en spreek recht over Uw dienaren, door de schuldige zijn weg te vergelden en zijn weg op zijn eigen hoofd te doen neerkomen, door de rechtvaardige rechtvaardig te verklaren, en hem overeenkomstig zijn gerechtigheid te vergelden.

2 Kronieken 6:24 (HSV)

Wanneer Uw volk Israël door de vijand wordt verslagen, omdat zij tegen U hebben gezondigd, en zij zich bekeren, Uw Naam belijden en voor Uw aangezicht in dit huis zullen bidden en smeken,

2 Kronieken 6:25 (HSV)

luistert Ú dan uit de hemel, en vergeef de zonde van Uw volk Israël, en breng hen terug naar het land dat U hun en hun vaderen gegeven hebt.

2 Kronieken 6:26 (HSV)

Als de hemel gesloten is en er geen regen komt, omdat zij tegen U gezondigd hebben, en zij op deze plaats bidden, Uw Naam belijden en zich van hun zonde bekeren, omdat U hen vernederde,

2 Kronieken 6:27 (HSV)

luistert Ú dan in de hemel en vergeef de zonde van Uw dienaren en van Uw volk Israël, want U leert hun de goede weg waarop zij moeten gaan, en geef regen op Uw land, dat U aan Uw volk als erfelijk bezit hebt gegeven.

2 Kronieken 6:28 (HSV)

Als er honger in het land is, als er pest is, als er korenbrand, meeldauw, veldsprinkhanen en zwermsprinkhanen komen, als zijn vijanden hem benauwen in het land met zijn steden, als er welke plaag of welke ziekte dan ook komt,