Marcus 8:24-26
Marcus 8:24-26 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En hij, opziende, zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen. Daarna legde Hij de handen wederom op zijn ogen, en deed hem opzien. En hij werd hersteld, en zag hen allen ver en klaar. En Hij zond hem naar zijn huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het niemand in het vlek.
Marcus 8:24-26 Herziene Statenvertaling (HSV)
En hij keek op en zei: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, rondlopen. Daarna legde Hij de handen opnieuw op zijn ogen en liet hem weer kijken. En hij was hersteld en zag allen heel duidelijk. En Hij stuurde hem naar zijn huis en zei: Ga niet het dorp in en zeg het tegen niemand in het dorp.
Marcus 8:24-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En hij zag op en zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen als bomen wandelen. Vervolgens legde Hij weder de handen op zijn ogen, en hij zag duidelijk en was hersteld. En hij zag voortaan alles scherp. En Hij zond hem naar huis en zeide: Ga het dorp zelfs niet in.
Marcus 8:24-26 Het Boek (HTB)
De man keek om zich heen en zei: ‘Ja, ik zie de mensen lopen. Maar, wat raar, het lijken net bomen.’ Jezus legde zijn handen nog eens op de ogen van de man. Hierna kon hij weer normaal zien. Hij was genezen en zag alles duidelijk. Jezus stuurde hem naar huis en zei: ‘Ga het dorp niet in.’
Marcus 8:24-26 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De man keek op en zei: "Ik zie de bomen. Nee, het moeten mensen zijn, want ze lopen." Toen legde Jezus nog een keer zijn handen op de ogen van de man. Toen zag hij alles duidelijk en was gezond. Jezus stuurde hem naar huis en zei: "Ga het dorp niet in en vertel niemand wat er gebeurd is."