Amos 1:1-2
Amos 1:1-2 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
De woorden van Amos, die onder de veeherderen was van Thekoa, dewelke hij gezien heeft over Israël, in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israël; twee jaren voor de aardbeving. En hij zeide: De HEERE zal brullen uit Sion, en Zijn stem verheffen uit Jeruzalem; en de woningen der herderen zullen treuren, en de hoogte van Karmel zal verdorren.
Amos 1:1-2 Herziene Statenvertaling (HSV)
De woorden van Amos, die behoorde tot de veehouders uit Tekoa, die hij gezien heeft over Israël in de dagen van Uzzia, de koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël, twee jaar voor de aardbeving. Hij zei: De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw, vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken zodat de weiden van de herders treuren, en de top van de Karmel verdort.
Amos 1:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De woorden, die Amos, een van de schapenfokkers uit Tekoa, geschouwd heeft over Israël in de dagen van Uzzia, koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, zoon van Joas, koning van Israël, twee jaar vóór de aardbeving. Hij zeide: De HERE brult uit Sion en uit Jeruzalem verheft Hij zijn stem, zodat de weiden der herders treuren en de top van de Karmel verdort.
Amos 1:1-2 Het Boek (HTB)
Amos was een schapenfokker uit het dorp Tekoa. De hele dag bracht hij door in de heuvels, waar hij op zijn schapen paste. Op een dag vertelde de HERE hem in een visioen enkele van de dingen die met Israël zouden gaan gebeuren. Hij kreeg dat visioen in de tijd dat Uzzia koning van Juda en Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël was, twee jaar voor de aardbeving. Hier volgt zijn verslag van de dingen die hij zag en hoorde. De HERE brult als een getergde leeuw, Hij spreekt vanuit zijn tempel in Jeruzalem, zodat de malse weiden op de berg Karmel zullen verdorren en alle herders zullen rouwen.
Amos 1:1-2 BasisBijbel (BB)
Dit is wat de Heer aan Amos liet zien over wat er met Israël zou gaan gebeuren. Dat was twee jaar voor de aardbeving. In die tijd was Uzzia koning van Juda. Jerobeam, de zoon van Joas, was toen koning van Israël. Amos was een herder uit Tekoa. Amos zei: De Heer brult als een leeuw vanuit Jeruzalem. Hij laat zijn machtige stem vanuit Jeruzalem horen. Daardoor verdorren de graslanden en verdroogt de top van de Karmel.