Deuteronomium 26:11
Deuteronomium 26:11 NBG51
en gij zult u verheugen over al het goede dat de HERE, uw God, u en uw huis gegeven heeft: gij, de Leviet en de vreemdeling, die in uw midden is.
en gij zult u verheugen over al het goede dat de HERE, uw God, u en uw huis gegeven heeft: gij, de Leviet en de vreemdeling, die in uw midden is.