1
GENESIS 4:7
Statenvertaling Jongbloed-editie
SVV
Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen.
Lee anya n'etiti ihe abụọ
Nyochaa GENESIS 4:7
2
GENESIS 4:26
En denzelven Seth werd ook een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos. Toen begon men den Naam des HEEREN aan te roepen.
Nyochaa GENESIS 4:26
3
GENESIS 4:9
En de HEERE zeide tot Kaïn: Waar is Habel, uw broeder? En hij zeide: Ik weet het niet; ben ik mijns broeders hoeder?
Nyochaa GENESIS 4:9
4
GENESIS 4:10
En Hij zeide: Wat hebt gij gedaan? daar is een stem des bloeds van uw broeder, dat tot Mij roept van den aardbodem.
Nyochaa GENESIS 4:10
5
GENESIS 4:15
Doch de HEERE zeide tot hem: Daarom, al wie Kaïn doodslaat, zal zevenvoudig gewroken worden! En de HEERE stelde een teken aan Kaïn; opdat hem niet versloeg al wie hem vond.
Nyochaa GENESIS 4:15
Ebe Mmepe Nke Mbụ Nke Ngwá
Akwụkwọ Nsọ
Atụmatụ Ihe Ogụgụ Gasị
Vidiyo Gasị