1 Korinthiërs 10:19-22
1 Korinthiërs 10:19-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Wat zeg ik dan? Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets is? Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt. Gij kunt den drinkbeker des Heeren niet drinken, en den drinkbeker der duivelen; gij kunt niet deelachtig zijn aan de tafel des Heeren, en aan de tafel der duivelen. Of tergen wij den Heere? Zijn wij sterker dan Hij?
1 Korinthiërs 10:19-22 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wat zeg ik hiermee dan? Dat een afgod iets is, of dat een afgodenoffer iets is? Nee, ik zeg dit omdat wat de heidenen offeren, zij dat aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt. U kunt niet de drinkbeker van de Heere drinken én de drinkbeker van de demonen. U kunt niet deelhebben aan de tafel van de Heere én aan de tafel van de demonen. Of willen wij de Heere tot jaloersheid verwekken? Wij zijn toch niet sterker dan Hij?
1 Korinthiërs 10:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wat wil ik hiermede dan zeggen? Dat een afgodenoffer iets is, of dat een afgod iets is? Integendeel, dat hun offeren een offeren is aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in gemeenschap komt met de boze geesten. Gij kunt niet de beker des Heren drinken èn de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben èn aan de tafel der boze geesten. Of willen wij de Here tot naijver wekken? Zijn wij soms sterker dan Hij?
1 Korinthiërs 10:19-22 Het Boek (HTB)
Wil ik hiermee zeggen dat een offer voor een afgod toch een echt offer is? Of dat zoʼn afgod echt is? Verre van dat! Wat ik wil zeggen, is dat de mensen die zoʼn afgod een offer brengen, in feite een offer aan boze geesten brengen en niet aan God. En ik wil niet dat u iets met de boze geesten te maken hebt. U kunt niet uit de beker van de Here drinken én uit de beker van de boze geesten. U kunt niet bij de Here aan tafel gaan én bij de boze geesten. Of willen wij de Here jaloers maken? Denken wij sterker te zijn dan Hij?
1 Korinthiërs 10:19-22 BasisBijbel (BB)
Wat wil ik hiermee zeggen? Dat een afgodenoffer iets betekent? Of dat een afgod een echte god is? Nee, helemaal niet. Ik bedoel dat het offers zijn aan duivelse geesten, en niet aan God. En ik wil niet dat jullie iets met de duivelse geesten te maken hebben door van die offers te eten. Jullie kunnen niet uit de wijnbeker van de Heer drinken, én uit de wijnbeker van de duivelse geesten. Jullie kunnen niet van de maaltijd van de Heer eten, én van de maaltijd van de duivelse geesten. Of willen we de Heer boos maken? Zijn we soms sterker dan Hij?